Pinot noir, de geniale druif

Op reis in Bourgogne. Onder een stralende zon, picknicken we aan de rand van een wijngaard in het Bourgondische wijndorp Morey-St-Denis. Een kleine muur van op elkaar gestapelde stenen is onze buitentafel, waarop we allerlei lekkers uitstallen. Het knapperige stokbrood van de plaatselijke bakker, een stevige schijf jambon persillé , een perfect geaffineerde Chaource en een zacht lopende Epoisse worden met smaak verorberd. Daarbij drinken we een glas pinot noir van druiven, geoogst in deze prachtige wijngaard “Clos de la Bussière”. De wijn uit het oogstjaar 2005 van het wijnhuis Georges Roumier fonkelt in ons glas, ruikt intens fruitig met lichte specerijen en smaakt ongelooflijk sappig en rijk. Een onvergetelijk moment en een sublieme wijn… Is dat leven als God in Frankrijk?

Is er een druif die meer discussies uitlokt dan pinot noir? In alle wijnstreken van de wereld wordt de smaak van deze druif druk becommentarieerd en geanalyseerd. Heel wat wijnbouwers bejubelen de eigenzinnige druif, terwijl anderen heel kritisch staan tegenover pinot noir. Voor de meeste proevers en wijnmakers is de smaak van zijn geboortegebied Bourgogne dé referentie. Dat klopt, want tijdens mijn vele wijnreizen doorheen verschillende continenten, vertellen tal van pinot noirproducenten dat zij streven naar een Bourgognestijl of smaak. Of ze daarin slagen is een ander paar mouwen.
De Britse journalist Oz Clarke is een van de meest vooraanstaande pinot noir drinkers ter wereld. Hij beweert dat omzeggens niemand precies weet hoe een echte pinot noir smaakt, gewoon omdat er zo veel types en stijlen zijn. Het is veel gemakkelijker om de stijl van chardonnay of cabernet sauvignon te beschrijven dan van de eigenzinnige pinot.  “Onderga een pinot en geniet ervan” is zijn stelling. Volgens een van de grootste Bourgognespecialisten in België, Ronny De Baere, is het in Bourgogne omzeggens niet mogelijk om twee pinot noirs tegen te komen die dezelfde smaak hebben.
Toch is het opvallend dat veel wijnliefhebbers een soort haat-liefde verhouding hebben met Bourgondische pinot noir. Sommigen verguizen de wijnen omdat ze te weinig kleur hebben en vlak van smaak zijn. De oorzaak ligt niet bij de druif, maar is gewoonlijk het gevolg van veel te grote opbrengsten en te weinig selectie in de wijngaard. In de Bourgogne hangt de kwaliteit van pinot noir heel erg af van wie hem teelt en verwerkt. Topwijnmaker Francois Chaveriat van Domaine Chantal Lescure in Nuits Saint Georges vertelt terecht dat het belangrijkste werkmiddel voor deze druif de snoeischaar is.
De pinot noir is een heel oude druif. De eerste sporen van cultuurteelt zouden terug gaan tot meer dan 2000 jaar geleden. Volgens geschriften zijn er aanwijzingen dat pinot noir al aangeplant was in de Bourgogne in de 4de eeuw na Christus. Zijn gezegende leeftijd zorgt ervoor dat er talrijke afstammelingen zijn zoals chardonnay, gamay, aligoté, muscadet, pinot blanc, pinot gris en auxerois. Tot nu toe zijn er 16 druivenrassen met pinot noir als voorouder. De basis zou een kruising zijn van pinot noir en gouais, een onbekende, verdwenen druif uit de Bourgogne en Champagne.

Het is een vroeg rijpende druif met een dunne schil en weinig kleurpigment. Hij gedijt het best in koelere, bij voorkeur marginale klimaten. De complexiteit van een pinot noir verhoogt naarmate de trossen langer aan de wijnstok hangen, voor ze uitdrogen of overrijp worden. Ook voorjaarsvorst is bijzonder gevaarlijk. In sommige jaren kunnen zich tevens problemen voordoen met de vruchtvorming. In vergelijking met wijnen uit gebieden zoals Bordeaux of de Rhône is de kleurintensiteit van pinot noir altijd veel lichter. Een goed gemaakte pinot noir heeft wel altijd een opvallende heldere spiegel en een mooie schittering. Sinds het begin van de jaren ’80 is de kleurintensiteit, door verbeterde vinificatietechnieken opvallend toegenomen.
De smaak van een goede pinot noir is soepel, sappig, lekker en attractief. Zelden heeft een pinot noir een droge, tanninerijke smaak. Gezonde en rijp geoogste druiven zorgen voor een aangename soepelheid, die soms een tikkeltje zoet aanvoelt. De tannines zijn meer onderliggend, verborgen in de bodem van het glas. De korrel is zo fijn dat hij soms afwezig lijkt voor iemand die gewoon is aan de stevige, astringente wijnen op basis van cabernet sauvignon. Kortom, een ideale partner van een zonnige casse-croûte in de wijngaard.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s