Ja, ik moet bekennen, ik ben niet zo een barbecuefan die bij het eerste streepje zon enthousiast het ijzeren stel uithaalt, een zakje houtskool uitschud en tekeer gaat met worsten, brochettes en gemarineerde kippenbillen, godbetert.
Het probleem met veel barbecues is niet alleen de kwaliteit van de spijzen, maar vooral de mensen achter het vuur.
De laatste tijd is het weer van dat. Als het mooi weer wordt slaat de barbecuekoorts toe. In onze buurt ruikt het naar verbrande Provençaalse kruiden en horen we regelmatige een vloekende buurman die zich verbrand aan zijn barbecuestel.
Het gebeurt dat we uitgenodigd worden voor een barbecuefestijn en dan hou ik mijn hart vast. Steevast promoveert mijn gastheer zichzelf van keukenschuwe vader tot meester-rôtisseur en gaat hij vol energie aan de slag met spijs en vuur.
Je ruikt het al bij het binnenkomen. In de tuin probeert mijn vriend met opvallend rood hoofd tevergeefs de vlammen in zijn barbecue onder controle te krijgen. Uiteindelijk lukt het en legt hij snel enkele stukken vlees op de grill. Wat later komen halfgare zwartgeblakerde stukken kippenbout in ons kartonnen bord, uitgedroogd door het vele prikken met de vleespin waardoor alle sappen uit het vlees verdwijnen. In aluminiumfolie verpakte aardappelen liggen achteloos tussen gloeiende houtskool te verbranden. Op het aanrecht staan de intussen verlepte sla, want het duurt allemaal veel te lang, de obscure sausjes en een vaatje wijn van onbestemde oorsprong. We eten uit kartonnen borden en drinken uit plastic bekertjes, want een barbecue is toch informeel en sociaal, nietwaar.
Neen, ik ben niet zo een fan van barbecues.
Gastronomie en barbecue, het kan
Het is onbegrijpelijk dat er in het Vlaamse land zo tekeer gegaan wordt met barbecues, als je weet dat wij de grootste barbecue kampioenen hebben.
Er zijn in Vlaanderen zelfs verschillende barbecueclubs die de meest verfijnde heerlijkheden bereiden op de grill. Zelfs topchefs wagen zich aan het buitenvuur.
Op de grill kunnen tal van gerechten worden bereid, zowel met vis, schaaldieren als vele soorten vlees. Er is maar één grote voorwaarde om een kwaliteitsvolle barbecue te verzorgen en dat is geduld.
Wie geduld heeft en het vuur beheerst kan (bijna) alles klaar maken op de grill. Gedenkwaardig was de spies van langoustines, kort gebakken op de grill, geserveerd met een vruchtensalade van meloen en appeltjes met kokos en kerrie. We serveerden er een Vouvray demi sec van Huet bij en de harmonie was perfect.
Al even mooi is gegrilde kreeft met gesmolten morieljesboter of rode poon, kort gebakken met rode wijn saus met sjalotjes en een licht gekoelde jonge pinot noir van Domaine Chantal Lescure, een jong talent uit Nuits-Saint-Georges. Een langzaam gegaarde lamskroon, met gekonfijte lookteentjes met de Saint Joseph van bescheiden topwijnmaker Laurent Marthouret uit Charnas in de Noordelijke Rhône. Bij gegrilde parelhoen met portsaus en tijm serveerden we een Zuid-Afrikaanse pinotage of een Californische zinfandel. Wie een barbecue heeft met een rookbuis, zoals bij die Amerikaanse reusachtige Oklahama’s, kan vlees en vis roken. Een à la minute gerookte zalmfilet met een glaasje semillon van Mc Williams uit Hunter Valley is een onvergetelijke combinatie.
In mijn opinie streef ik naar aangepaste wijnen met de verschillende gerechten. Wie het eenvoudig houdt en kiest voor een worst, brochette en kippenbil barbecue neemt bij voorkeur een licht kruidige wijn, waarin een natuurlijke frisheid aanwezig is. Democratisch geprijsde voorbeelden vind je bij cabernet franc uit de Loire, barbera of dolcetto uit Piemonte of blaufrankisch uit Oostenrijk. De natuurlijke frisse smaak is belangrijk in contrast met de stevige specerijen en/of marinades en de warme, zonnige omgeving waarin het barbecuefestijn gewoonlijk doorgaat. Bij de meer gastronomische barbecues kan je wijnen kiezen naargelang het gerecht dat wordt bereid. Nog een mooie barbecuezomer gewenst…