Pouilly-Fuissé, dan toch erkend als Premier Cru?

Het is een vaststaand feit dat het aanzien van de wijnen uit Maconnais en vooral van sterappellatie Pouilly-Fuissé de laatste jaren intens is toegenomen. Ook de streek is stilaan een belangrijke toeristische trekpleister geworden.
In mei 2013 werd de site van Solutré-Pouilly-Vergisson opgenomen in de lijst van “Grand Site de France”. Deze titel die de meest waardvolle regio’s van Frankrijk erkend als nationaal erfgoed is tot nog toe aan 17 streken toegekend. Daarmee bevindt de regio rond de beroemde rotsen van Solutré en Vergisson zich in mooi gezelschap, o.a. met de Mont-Saint-Michel, Puy de Dome en Pont du Gard.
Het beeld van de streek is lieflijk en charmant met talrijke hoge heuvelruggen, weiden omzoomd met hagen en holle wegen, pittoreske dorpen, oude wasplaatsen en rustieke boerderijen. De invloed van het luisterrijke verleden van de abdij van Cluny is nooit ver weg.  Nergens zijn meer Romaanse keren te bezoeken als in de Mâconnais. Hoogtepunten zijn uiteraard Cluny en de abdijstad Tournus, maar wie is niet onder de indruk van het intimistische kerkje van Chapaize, waar in de zomer talrijke concerten doorgaan. De streek heeft ook talrijke kastelen, zoals de burcht in het middeleeuws dorpje Brancion en het Château van Berzé-le-Chatel. Meer naar het zuiden, rond de beroemde regio van Pouilly-Fuissé staat alles in het teken van de romantische dichter Lamartine. Er is zelfs een toeristische route uitgestippeld naar de plaatsen die hem inspireerden en waar hij geleefd Heeft.

Langs de Saône loopt een brede heuvelachtige strook waar in de voorbije eeuw verschillende grotten werden ontdekt. De meest bekende zijn de grotten van Azé, waar menselijke sporen teruggevonden zijn die tot 300.000 jaar teruggaan. Ook bij de beroemde rots van Solutré is een archeologisch museum met  de geschiedenis van de iconische rots. Het stabiele en mooi weer nodigt ook uit voor actieve vakanties zoals wandelen en fietsen langs de Voie Verte en de Voie Bleu. Sommigen trekken door de streek met een ezel of een paard.  Kortom, de Maconnais is een streek waar het goed vertoeven is.

Macon-1

Pouilly Fuissé, de koning van Maconnais
Pouilly-Fuissé is de belangrijkste en ook in de meeste gevallen de beste appellatie van de streek.  De witte wijn wordt geproduceerd in de dorpen Fuissé, Solutré-Pouilly, Vergisson en Chaintré.  De gemiddelde hoogte van de wijngaarden is 250 à 350m en de beste wijngaarden hebben een zuidoostelijke ligging. In totaal worden 770 ha wijngaarden bewerkt.
in Pouilly Fuisse bestaat geen klassering. Het steekt bij de wijnbouwers dat zij geen wijngaarden hebben die erkend zijn als premier cru of grand cru. Nochtans hebben de dorpen die de druiven leveren voor Pouilly-Fuisse fantastisch gelegen lieu-dits, wijngaarden met een eigen naam. Vandaar dat veel producenten de naam van de  lieu-dit vermelden op het etiket. De plaatselijke overheid spreekt van Pouilly-Fuissé Premier Cru, maar dit mag niet vermeld staan op het etiket. De beroemde wijnmaakster Jeanne Ferret van het iconische wijndomein Ferret in Fuissé, deelde haar best gelegen wijngaarden  in met vermeldingen ‘Hors Classe’ en ‘Tête de Cru’. Dat was in de jaren ’50 van vorige eeuw. Enkele andere domeinen met goed gelegen percelen gebruiken eveneens deze vermeldingen op het etiket. Zij hopen dat deze wijngaarden mee opgenomen worden in de toekomstige erkenning.

Een jammerlijk toeval in de geschiedenis
Veel Bourgogne liefhebbers, maar ook wijnbouwers in de streek hanteren vandaag de overtuiging dat de erkenning van specifieke wijngaarden als premier of grand cru dateert uit de jaren ’30 van vorige eeuw. Dit is niet correct.
Tijdens de jaren dertig werden in Bourgogne de gemeentelijke appellaties erkend. Bij die erkenning kregen talrijke dorpen de toelating om de naam van de best gelegen wijngaarden te vermelden op het etiket. Maar van premier cru of grand cru was er op dat ogenblik nog een sprake.
De erkenning en indeling van wijngaarden gebeurde tijdens WO II. In 1942 werd door het Vichy regime, een decreet gestemd waarbij de vermelding “Premier Cru” toegelaten werd voor een aantal climats en lieu-dits. De uitvoering werd bevestigd in 1943. Aan de basis van de erkenning van premier cru lagen fiscale redenen.

De isolatie van Pouilly-Fuissé tijdens WO II
Frankrijk werd tijdens de Tweede Wereldoorlog opgesplitst in twee delen. De demarcatielijn deelde het land in twee stukken waarbij het noorden en zuidwesten bestuurd werd door de Maarschalk Pétain en zijn Vichyregime. Het zuidelijke deel van Frankrijk bleef bevrijd gebied. De grens van het noordelijk gebied lag net ten zuiden van de stad Chalon-sur-Saône, 70km ten noorden van Pouilly-Fuissé. De wijngaarden van de Côte d’Or en Chalonnais lagen aldus in bezet gebied. We mogen dus stellen dat de oorlog de erkenning van premier cru wijngaarden verhinderd heeft in Pouilly-Fuissé. Door de geïsoleerde ligging was Pouilly-Fuissé niet opgenomen bij de gemeenten met geklasseerde wijngaarden.
Na de oorlog was niemand daar mee bezig, de heropbouw van het land stond toen centraal. Het zal een halve eeuw duren vooraleer de vraag om erkenning opnieuw zal gesteld worden.
Dat heeft veel te maken met de wijnbouw in de Maconnais. Nog steeds wordt de regio beschouwd als een bron van massaproductie, eenvoudige, toegankelijke wijnen die gemaakt zijn om snel te drinken.  Het grote probleem van de regio is de wirwar aan herkomstgebieden en de vele dorpen die hun naam mogen toevoegen aan de appellatie. Wie ziet in dit bos nog de bomen.
Vandaar dat de wijnbouwers uit de gemeentelijke appellaties zoals Pouilly-Fuissé, Saint-Véran of Viré-Clessé zich willen onderscheiden van de grote wijnplas in hun streek. Neem daarbij een nieuwe generatie, goed geschoolde jonge wijnbouwers die streven naar complexere wijnen, beter gevinifieerd en met zeer veel aandacht voor het werk in de wijngaard.

Het ligt dan ook voor de hand dat de roep of vraag naar erkenning van de beste wijngaarden terug naar voren komt. Het is de Union des Producteurs de Pouilly-Fuissé die hierbij het voortouw neemt. Het eerste dossier werd ingediend in 2007. Hierop volgde een intens onderzoek naar de wijngaarden, de bodem, teeltwijzen, hoogteligging etc..
In 2010 werd een lijst opgesteld van geselecteerde wijngaarden. Daaronder vallen schitterend gelegen climats zoals Les Boutières, Chailloux, Chanrues, Pras, Pelous, Rinces, Le Clos, Clos de Varambond, Clos de la Chapelle, Chantenets, Brûlées, Perrières, Menestrières,  Vignes Blanches,  …

Vermoedelijk volgt de officiële erkenning in 2018 of 2019. Volledigheidshalve moeten we hier toevoegen dat niet elke wijnbouwer voorstander is van deze hiërarchische indeling in premier of grand cru wijngaarden. “Wie goed werkt en kwaliteitsvolle wijn maakt, heeft geen nood aan dergelijke erkenning”, vindt topwijnbouwer Jean-Marie Guffens, “We moeten geen kopie worden van de Côte d’Or”. Anderen daarentegen kijken vol verlangen uit om het label op hun etiket te kunnen zetten, als erkenning van hun appellatie..